Albert Van Goethem, geboren in Stekene in 1932, bestudeert reeds geruime tijd de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de toenmalige gebeurtenissen in onze gemeente. In d’EUZIE van 1994/1-2 publiceerde hij samen met Guy De Brant “De beschieting van Stekene op 13 september 1944” en in d’EUZIE van 1995/1 “De Slachtoffers van de 2de Wereldoorlog onder de inwoners van Stekene en Kemzeke”. In 1994 gaf hij de openingstoespraak in de raadzaal van het gemeentehuis ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling “De bevrijding” over de bevrijding van Stekene door de Poolse troepen in 1944.
Zie artikel d'Euzie: http://www.deuzie.be/artikels/20-1-04.htm
Op zaterdag negen oktober 1943, rond half een ‘s middags, kwam een brandend gevechtsvliegtuig uit de richting van Zelzate gevlogen. Het maakte een bocht boven Koewacht en vloog dan over de Kapellestraat terug naar het zuiden. De piloot wilde blijkbaar een noodlanding maken. Het vliegtuig vloog laag en moest proberen om zijn gevaarlijke lading kwijt te geraken. Het loste twee bommen die door hun ontploffing het vliegtuig beschadigden. Twee andere bommen ontploften niet omdat het vliegtuig op te geringe hoogte vloog.
De plaats van de crash
Het vliegtuig stortte neer in een zijwegel van de Kapellestraat (“den Diepen Wegel”, tegenover de Zwarte Heistraat; zie situeringsplan), op nog geen vijftig meter van de plaats waar een vogelvanger (afkomstig uit Beveren-Waas) met een net vogels zat te vangen. De man bleef ongedeerd. Door de val spatte het vliegtuig uiteen en brandde volledig uit.
De omwonenden, waaronder de toen twaalfjarige ooggetuige Georges Van Hecke, liepen naar het brandend vliegtuig om hulp te bieden aan de slachtoffers. Georges zag een persoon in de cockpit, omringd door de vlammen, maar er kon geen hulp meer worden geboden. Door ontploffende munitie werd Roger Janssens aan het been geraakt. Vliegtuigen van dezelfde gevechtsgroep cirkelden enkele keren boven het brandende toestel en verdwenen dan in de richting van het zuiden. Duitse grenswachters van Koewacht en Stekene kwamen vlug ter plaatse en geboden de toeschouwers het terrein te verlaten.
Een tweede ooggetuige, de toen twintigjarige Paul Martens, volgde het ganse gebeuren vanuit de Hamerstraat, waar hij bij zijn ouders woonde. Hij reed onmiddellijk met de fiets naar de Kapellestraat en kon de piloten nog in het brandende vliegtuig zien zitten. Hij werd tegengehouden door een Duitse grenswachter, en toen de munitie begon te ontploffen verwijderden zich de meeste aanwezigen. Paul Martens is er vrijwel zeker van dat beide inzittenden onmiddellijk zijn overleden. Hij herinnert zich ook nog hoe om vijf uur ‘s namiddags de stoffelijke resten van de bemanning in kisten werden gelegd en met een vrachtwagen weggevoerd naar een onbekende bestemming. De lokale bevolking heeft over de bemanning verder niets meer vernomen ...
FOTO ONDER: Ooggetuige Paul Martens geeft uitleg aan
Albert Van Goethem en John Buyse op de plaats
waar het vliegtuig neerstortte.
(Foto Guy De Brandt)
De bemanning
Na tientallen jaren opzoekingen konden via aanwijzingen van Pierre Koreman uit Mortsel en informatie van het Koninklijk Luchtvaartmuseum uit Hendon bij Londen verdere gegevens over de bemanning worden verzameld. De slachtoffers waren Court en Sands van het 487ste Nieuw-Zeelandse Squadron (RAF). Edgar William Peter Court was vluchtluitenant, met stamnummer 40993. Hij was 28 jaar oud en een zoon van Edgar Maurice en Leah Adlam Court uit Ropley in Hampshire, Engeland. Jack Braithwaite Sands was vrijwilliger-reserveofficier, en eveneens vluchtluitenant, met stamnummer 63806. Op de website van de oorlogsgravencommissie van het Gemenebest zijn over hem geen verdere gegevens te vinden. Ian Brodie, conservator van het Nieuw-Zeelands Gevechtspilotenmuseum in Wanaka, bevestigt dat Court en Sands geen Nieuw-Zeelanders waren. Omdat het pas de tweede operationele vlucht was van het squadron met een Mosquito, veronderstelt Ian Brodie dat het om een Engelse bemanning ging
Graven van Court en Sands op het Schoonselhof
De stoffelijke overschotten van Court en Sands werden eerst begraven op het kerkhof van Borsbeek en nadien op de begraafplaats van het Schoonselhof in Antwerpen. Op de militaire sectie van de begraafplaats zijn bijna 1500 slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog begraven. Het graf van Court heeft als nummer IVa. B. 15 en dit van Sands het nummer IVa. B. 16
(Foto Albert Van Goethem)
487ste Nieuw-Zeeland Squadron of ook: 487 Nieuw-Zeeland Squadron ; 487 squadron ; 487NZ squadron.
Het kenteken van het 487ste NZ squadron
Het 487ste Nieuw-Zeelands Squadron werd gevormd op 15 augustus 1942 in Feltwell, Norfolk. Het was een Nieuw-Zeelands squadron dat onder Britse vlag vloog. Het zwaartepunt van hun aanvallen was gericht op Frankrijk, Denemarken en vanaf juni 1944 op Duitsland. De aanvalsdoelen waren industriële gebouwen, militaire inrichtingen en gebouwen van de Gestapo. Het kenteken van het squadron is een tekoteko met een bom, en onderaan, in het Maori het motto “Ki te mutunga”, wat betekent “Doorgaan tot het einde”
De in Stekene gecrashte Mosquito was van het type FB VI, een krachtige gevechtsbommenwerper, die in dienst werd genomen in het begin van 1943.
IJzeren kruis
Op de plaats waar het vliegtuig neerstortte staat een ijzeren kruis, waarbij lange tijd bloemen werden neergelegd.
Veel Stekenaren bewaren nog altijd een van de vele fijnzinnig versierde kruisjes die door een vaardige hand werden uitgesneden uit het plexiglas (9,4 mm dik) van de cockpit van het neergestorte vliegtuig.
Bron: Heemkring d'Euzie