Roger Vervaet van vzw Den Lesten Stuyver meldde ons dat er ter gelegenheid van 500 jaar Stekense markt een Marktlied werd geschreven.
Ze gaan dit zingen met Toneelgroep 't Kelderken op zaterdag 8 juni om 10u30 en om 12u30 in de feesttent en allicht ook tussen de kramen.
De schrijvers gingen hiervoor op de Klei Snoase toer...
Marktlied(tekst : Roger Vervaet-François Daneel-Jan Van Dooren)
Gij vrienden van Stekene, van vroeger en vandaag
En zijn parochies van de Koewacht tot Klein Snoa
500 jaar geprezen is de Stekense markt
Aanhoort zijn wonderheden, gebracht in deze flard
Een heel schoon boerendorpje, wel ’t schoonste van het land
Met geurende aroma’s op de markt en aan de kant
De boeren en de vaklui, door regen en door wind
Ge hoort de koeien loeien zelfs bij veel tegenwind
Refrein:
Maar…..
In Klein Snoa daar kende men geen Stekense markt
Zij gingen naar de Polken, al naar de Vrijdagmarkt
Hun leste stuyvers gingen naar de cafés van Snoa
Want ’t waren bokkenrijders, die mannen van Klein Snoa
Op de markt kon d’alles kopen, zoveel als dat ge wou
Geiten, schapen en een koe, gebonden aan een tou
Zelfs nen dommen, doden en schamele varkenskop
Ge kreeg ’t er zelfs nen druppel jenever bovenop
Er stond ne charletan te genezen met wat zalf
Voor doven en voor blinden, en voor menig jongeman
Met snotogen, met scheurbuik, met tand en andere pijn
Ne jonkman zocht een knappe meid, eentje zonder chagrijn
Refr: Maar …..
Op de markt van Stekene liepen kinders door mekaar
Ze zochten koperen centen, en vonden d’er maar een paar
Ze keken dan heel triestig in hun portemonnee
Daarna schudden hun hoofdjes armzalig mee van nee
Klein Snoa had veel schone vrouwen, die waren erg gegeerd
De Stekenaars die wisten dat, waren niet gegeneerd
Naar de markt kwamen ze niet, met hun boerenkabas
’t was veel te ver, en z’ hielden al hun centen in hun tas
Refr:…..Maar
En waren uw houten kloefen van stappen ver versleten
Is uwen besten jas na vele jaren uiteengereten
Dan kwamen er marktkramers tot aan de achterdeur
Ge waart direct ne nieuwen, en weg was het gezeur
En op Klein Snoa daar leefden toen veel hele brave mensen
In Stekene waren ’t messenvechters met heel dikke pensen
En midden op de markt zijn zij gemarteld aan de schandpaal
De burgers van Klein Snoa die hielden niet van dat kabaal
Refr:…..Maar
Moesten de monniken van Boudelo nog leven
Ze kwamen naar Stekene om marktkramers te zegenen
Aan Amelbergha Truyman zouden wij dat niet gaan vragen
Die had voor de burgemeester teveel wilde haren
Soms werd er gezongen van de moord op de Koewacht
En Bakelandts roversbende stond overal op wacht
De Hellestraters kregen een liedje vol met smart
Ze smokkelden daarbij een Hollands liefje heel apart
Refr:….Maar
In Kemzeke daar was er voor de markt geen heel groot plein
De boeren kwamen aan huis dan vragen of er iets moest zijn
Sala, petetten, peekes, en nog wat uit den hof
Langs d’ achterdeur verkochten ze hun bakken met witlof
De markt van Stekene was voor die van Kemzeke heel ver weg
Via den Blauwen Wegel, door ’t veld, ne lange weg
De Kemzeekse kemels, die zagen dat niet goed zitten,
Om met hun weinig geld daar te gaan samenklitten
Refr:… Maar
Al die vele marktkramers mogen er vandaag nog wezen
Wekelijks staan ze daar zonder de kou en wind te vrezen
Bezoek dus allemaal onze jarige markt
’t is hier gezellig en niet duur, en ieder krijgt zijn part
Zonder markt op zaterdag kan Stekene niet leven
Ook al is dat ventje nu al vijf eeuwen aan ’t beven
Klein Snoa en die van Kemzeek die zingen nu tesaam
Leve de markt en dat die hier nog lang mag staan
LEVE DE MARKT EN DAT DIE HIER NOG LANG MAG STAAN